Europese actiedag spoorwegpersoneel 5 december

TEGEN DE IDEOLOGIE VAN DE BLINDE CONCURRENTIE
VOOR EEN DEGELIJK VERVOERSAANBOD IN DIENST VAN DE REIZIGERS

De Raad van Ministers van de Europese Unie houdt een bijeenkomst op 5 december te Brussel. Het internationale reizigersverkeer is in gevaar, volgens de Europese Commissie en enkele lidstaten moet deze volledig worden opengesteld voor concurrentie.
Deze logica aanvaarden is binnentreden in het toekomstige raderwerk van de liberalisering van het nationale reizigersverkeer.
De Europese Transportfederatie ETF is er van overtuigd dat deze concurrentie niet noodzakelijk is en de belangen schaadt van zowel reizigers als personeel.
Het internationale reizigersverkeer is niet nieuw, het bestaat al sinds het ontstaan van de spoorwegen onder de vorm van een samenwerkingsverband tussen de spoorweg-ondernemingen. Vandaag omvat deze dienstverlening de Hogesnelheidstreinen, nachttreinen, regionale treinen in grensoverschrijdend verkeer en de speciale treinen ( autoslaaptreinen, bedevaartstreinen, vakantietreinen…).
Dit samenwerkingsverband heeft gezorgd voor een betere toegang tot de Europese ruimte. Het is duidelijk dat dit niet mogelijk zou geweest zijn in een gefragmenteerd en concurrentieel kader.

De opening tot concurrentie van het spoorverkeer voor reizigers zal een andere weerslag hebben dan deze vooropgesteld door de Commissie:
Het is duidelijk dat de concurrentie enkel zal plaatsvinden op lijnen met hoge frequentie en financiële rentabiliteit. De minder rendabele lijnen, en in het bijzonder de reizigers die er gebruik van maken, dreigen het slachtoffer te worden van de liberalisering. Dit zal een negatieve invloed hebben op de algemene dienstverlening die vandaag het resultaat is van een complementair en coherent vervoersplan tussen het internationale, nationale en regionale verkeer.

Het vastberaden in gevaar brengen van de spoorwegen in de nieuwe lidstaten:
De ongelijke concurrentie van de ondernemingen in een economisch kader bedreigt het bestaan van de spoorwegen. Vooral de kleinere landen zien het voortbestaan van hun nationale spoorwegondernemingen ernstig bedreigd.
De reizigers zullen er niet het minste voordeel van genieten:

De reizigers beschouwen de spoorwegen (en in een breder kader het openbare busvervoer tot taxi ) als een dienst van algemeen belang. Het comfort, de veiligheid en het vlotte karakter van de reis bepalen hun beste keuze.
De liberalisering leidt tot een concurrentie tussen de spoorwegondernemingen, dit heeft als gevolg:
Het in gevaar brengen van een uniforme en complementaire informatie-verstrekking in het belang van de reizigers. In Frankrijk heeft de concurrentie tussen de verschillende telefoonoperatoren voor gevolg gehad dat de uniforme informatieverstrekking werd afgeschaft en werd vervangen door 27 verschillende operatoren !!! Ondenkbaar!
Een bedreiging voor de geharmoniseerde tarifering tussen de verschillende spoorwegondernemingen. Het gevaar is groot om de soepelheid waarmee men nu een reis kan plannen ( reservatie, mogelijkheid om de data van heen en terugreis te wijzigen, omwisseling van biljetten, terugbetalingen…) te zien verminderen of te verdwijnen. Vandaag veroorzaakt het gebrek aan samenwerking tussen Thalys en ICE op de as Brussel-Keulen een meerkost voor de reiziger wanneer hij een heenreis boekt bij de ene en een terugreis boekt bij de andere operator en omgekeerd.
Het gebrek aan een coherent en complementair vervoersplan tussen het internationale, nationale en regionale verkeer: m.a.w. het niet verzekeren van aansluitingen tussen de bediende treinen, het verlies van een regelmatige uurregeling ( treinen om het uur, om het half uur..). Vandaag is de regelmaat van de dienstverlening verzekerd. Morgen, in het kader van de concurrentie, zal elke onderneming over een eigen tarifering en vervoersplan beschikken.
Een ernstige bedreiging van de door de lidstaten gevoerde sociale tarifering
Het gevaar de vrije toegang tot het transport te zien verdwijnen in een gewijzigd spoorlandschap
Reizigers en spoorweg-personeel, allen samen, moeten wij vragen:
de terugtrekking van de richtlijn tot wijziging van de richtlijn 91/440 in het 3de spoorpakket die de liberalisering oplegt;
de vrijheid voor elke lidstaat om zelf de regels te bepalen bij de organisatie van het reizigersverkeer per spoor;
een economische en sociale evaluatie (of het realiseren van een studie) over het verkeer in Europa na 10 jaar liberaliseringen en herstructureringen. De evaluatie moet in ieder geval een analyse bevatten over de impact van de liberalisering op de kwaliteit van de dienstverlening, de regionale ontwikkeling, de spoorwegen van de nieuwe lidstaten en kleinere landen en de gevolgen meten zowel voor alle betrokken reizigers en spoorwegpersoneel.

Verantwoordelijke uitgever:
Europese Transportfederatie, Rue du Midi 165, B – 1000 Brussel,
etf@etf-europe.org