Commissie twijfelt aan NMBS-structuur

De Europese Commissie zal België binnenkort uitleg vragen over de holdingstructuur rond de spoorwegen. In een rapport van de commissaris van Transport, Jacques Barrot, over de uitvoering van de Europese wetgeving over de vrijmaking van het spoor heeft de Commissie vragen bij de structuur van de Belgische spoorwegen.
Met name zijn infrastructuur en uitbating van het vervoer weliswaar juridisch gescheiden maar toch bestaan er banden via de overkoepelende NMBS-holding. Commissiebronnen zeiden ons gisteren dat België daarover binnenkort om uitleg gevraagd zal worden, zonder dat er sprake is van een inbreukprocedure. België is overigens niet het enige land dat vragen in de bus zal krijgen.
In de conclusies van het rapport schrijft commissaris Barrot daarover dat de controleorganismen versterkt moeten worden en dat er een ,,reële onafhankelijkheid'' moet zijn. Voor de toegang tot het spoor moeten er strikte waarborgen zijn van neutraliteit. In het document staan criteria opgesomd op basis waarvan die onafhankelijkheid zal getoetst worden. Zo mag het leidinggevend personeel bij de infrastructuurbeheerder in het verleden geen
leidinggevende functie vervuld hebben bij de holding.
In het rapport staan ook cijfers over de evolutie van het spoorverkeer. In algemene termen luidt de conclusie dat de lidstaten waar de liberalisering het snelst gebeurde ook de beste score halen in het goederenspoorvervoer. Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland halen voor de
periode 1995-2004 de beste cijfers met toenames van respectievelijk 70 en 24 procent. België haalt een stijging van 0,1 procent. Maar opvallend is dat Frankrijk, dat het langst treuzelde met de liberalisering, 17 procent verlies leed in die periode. Het passagiersvervoer steeg in totaal met ,,slechts'' 10 procent, minder dan het lucht- en wegvervoer.
Nog opvallend in het rapport is de expliciete opmerking die België krijgt in verband met het personeelsbeleid. De Commissie wijst erop dat bij de NMBS het grootste deel van het leidinggevend personeel tussen 40 en 55 jaar oud is. Binnen tien jaar zal dus 40 procent van hen met pensioen vertrekken. Die forse personeelswissel wordt overigens ook bij de Franse spoorwegmaatschappij gesignaleerd.

De Standaard Online, 04/05/2006